We kennen allemaal dat stemmetje in ons achterhoofd dat zegt dat je iets beter niet had kunnen doen, dat het vast niet gaat lukken of dat het niet goed genoeg is. Meestal willen we het wegduwen, overschreeuwen met positiviteit. Maar wat als juist dat kritische geluid je scherper maakt?
Een studie uit Scientific Reports (2021) komt met een verrassende uitkomst. Onderzoekers lieten deelnemers probleemopdrachten doen in een MRI-scanner en vergeleken positieve met negatieve zelfpraat. Wat bleek? Mensen die zichzelf streng toespraken, presteerden in de tweede ronde beter. Niet omdat ze zichzelf afkraakten, maar omdat de kritiek hun brein in een staat van opperste paraatheid bracht.
Positieve zelfpraat had ook effect: het verbeterde de connectiviteit in hersengebieden die gaan over plannen en besluiten. Alleen het maakte deelnemers soms overmoedig. Ze voelden zich competenter dan hun prestaties lieten zien. En te veel zelfvertrouwen kan leiden tot een blinde vlek voor fouten of voor feedback die je nodig hebt.
Een nieuwe studie in BMC Psychology (2025) laat zien hoe complex die balans kan zijn. Het onderzoek zoomde in op mensen die opvallend goed kunnen omgaan met hun innerlijke criticus. En die criticus blijkt in verschillende soorten te komen: de Worrier (bang om te falen), de Non-Feeler (vermijdt emoties), de Not-Good-Enough-for-Others (zoekt bevestiging) en de Hated Self (de strengste van allemaal).
Wat mensen die goed met hun inner criticus kunnen omgaan doen is hem leren te gebruiken. Of beter: ze leren zichzelf beschermen tegen de hardheid ervan, zonder de boodschap te negeren. Niet elk kritisch zinnetje is immers een aanval, soms is het een waarschuwing, verpakt in oude angst.
Wanneer negatieve zelfpraat verandert in een constante onderstroom, wordt het een onzichtbare saboteur. Het fluistert dat je geen liefde verdient, dat je carriĆØrestap te riskant is, dat het waarschijnlijk allemaal āte mooi om waar te zijnā is. Dan verlamt het en vernauwt het je wereld.
De weg eruit is geen stilte, maar bewustwording. Schrijf eens op welke zinnen steeds terugkomen. Vraag je af: is dit een feit of een verhaal dat ik ooit ben gaan geloven? Vaak zit onder die stem een oude angst, geen waarheid.
Als je je innerlijke criticus niet langer bestrijdt maar bevraagt, verandert hij van tegenstander in gids. Niet om je klein te houden, maar om je wakker te maken. Uiteindelijk wil je brein hetzelfde als jij: dat je groeit, zonder jezelf te verliezen.
Bron: Psychology Today