
Read more of this story at Slashdot.
Read more of this story at Slashdot.
Read more of this story at Slashdot.
17 april is de Dag van de Kinderarmoede: Nationaal Fonds Kinderhulp ziet dat er steeds meer basisvoorzieningen worden aangevraagd. Kinderen die opgroeien in armoede lijken dagelijkse benodigdheden te moeten missen die voor hun ontwikkeling juist van groot belang zijn. Kinderhulp ziet een zorgwekkende verschuiving in de aanvragen: 40% meer voor basisvoorzieningen en het gaat allang niet meer alleen om grote uitgaven, maar steeds vaker om basisbehoeften zoals een bril, bed, menstruatieproducten of zelfs tandpasta.
Uit recente cijfers blijkt dat de vraag naar basisvoorzieningen onder kinderen in armoede steeds groter wordt. Waar eerder speelgoed of uitstapjes werden aangevraagd, gaan de verzoeken nu steeds vaker over de meest basale producten. De vraag naar persoonlijke verzorgingsproducten groeit opvallend, zoals menstruatieproducten, deodorant of zelfs tandpasta. Ook het aantal aanvragen voor brillen (+25%), kleding (+41%) en een eigen bed (+39%) is fors gestegen.
Dit zijn benodigdheden die direct van invloed zijn op gezondheid, zelfvertrouwen en hygiëne. De aanvragen die Kinderhulp binnenkrijgt, illustreren dat tekort op indringende wijze. Zoals de aanvraag voor een gezin dat maanden op straat leefde: “Hoewel ze nu tijdelijk onderdak hebben, ontbreekt het hen aan de basisvoorzieningen die nodig zijn voor een veilige en stabiele leefomgeving. De baby had tot voor kort slechts één setje kleding en moest verder in luiers doorbrengen.”
Kinderen die opgroeien in armoede krijgen niet de kansen die anderen wel krijgen en ervaren hier zowel emotionele als fysieke gevolgen van. Het ontbreken van een eigen bed kan bijvoorbeeld leiden tot slaapproblemen, terwijl het niet kunnen betalen van menstruatieproducten ertoe kan leiden dat kinderen lessen missen. Ook het niet hebben van een bril op sterkte kan een directe invloed hebben op hun schoolprestaties, zoals het niet goed kunnen zien van het schoolbord.
Zulke problemen hebben niet alleen direct effect, maar kunnen ook op de lange termijn gevolgen hebben. Zonder de juiste correctie kunnen kinderogen snel achteruitgaan, wat kan leiden tot blijvende bijziendheid. Een ouder vertelt hoe het wél kunnen regelen van een bril het verschil maakte: “School gaat beter. Buiten in het verkeer is het veel veiliger. Ook horen we ze minder over hoofdpijnklachten.”
Op 17 april, de Dag van de Kinderarmoede, wordt stilgestaan bij de kansenongelijkheid waarmee deze groep kinderen in Nederland te maken heeft. In de podcast van Kinderhulp ‘Nooit een kwartje’ vertelt één van de vele ervaringsdeskundigen: “Mijn vader zei altijd: ‘Als je een dubbeltje bent, word je nooit een kwartje’.” Dit idee wordt vaak van generatie op generatie doorgegeven en laat zien welke blijvende impact het opgroeien in armoede kan hebben. Ieder kind verdient de kans om zonder achterstand op te groeien – zonder te moeten kiezen tussen tandpasta en een bril.
Bron: Nationaal Fonds Kinderhulp
Veel mensen groeien op met allerlei ideeën over hoe mannen denken, voelen en zich gedragen in relaties. Vaak komen die beelden uit films, social media of goedbedoelde adviezen van vrienden. Maar wat klopt er nu echt van? Na verschillende mislukte relaties ontdekte Léa Robert dat veel van die “waarheden” eigenlijk leugens zijn die je geluk in de weg kunnen staan. Hieronder vind je de 10 grootste leugens die zij ontmaskerde – en wat je ervan kunt leren.
Veel vrouwen denken dat echte liefde betekent dat je altijd op nummer één staat. Maar mannen tonen liefde soms op een andere manier. Je bent belangrijk voor hem, ook als hij zijn tijd verdeelt tussen werk, vrienden en hobby’s. Het draait om balans, niet om exclusiviteit.
De maatschappij leert mannen vaak om hun emoties voor zich te houden. Verwacht dus niet dat je partner altijd openhartig is. Dat betekent niet dat hij niet om je geeft – hij uit het gewoon anders.
Veel mensen denken dat een relatiebreuk betekent dat er iets mis is met henzelf. Maar vaak is het gewoon een kwestie van niet bij elkaar passen. Jij hoeft jezelf niet te veranderen om geliefd te worden.
Een relatie is geen eindstation voor persoonlijke groei. Je blijft altijd aan jezelf werken, met of zonder partner. Geluk en zelfvertrouwen komen van binnenuit.
Woorden zijn mooi, maar daden zeggen meer. Let op zijn gedrag: steunt hij je, is hij er voor je, toont hij respect? Alleen dan zijn zijn woorden echt iets waard.
Sterke gevoelens zijn niet altijd een teken van echte liefde. Soms zijn het zenuwen of spanning. Liefde groeit vaak langzaam, door vertrouwen en respect.
Liefde betekent niet dat je alles moet pikken. Respectloze of kwetsende acties horen niet thuis in een gezonde relatie. Je mag grenzen stellen!
Seks is niet de sleutel tot liefde of een vaste relatie. Je moet jezelf en je grenzen respecteren. Echte verbinding draait om meer dan alleen het lichamelijke.
De meeste mannen hebben weinig interesse in drama of roddels. Ze praten liever over hun passies of actuele zaken. Zoek een balans: toon interesse in zijn wereld, en verwacht niet dat hij alles van jouw sociale kring wil weten.
Authenticiteit en eerlijkheid zijn de basis van een goede relatie. Je hoeft geen hard-to-get te spelen. Wie van je houdt, houdt van wie je écht bent.
Het belangrijkste inzicht: de grootste leugen is vaak die je jezelf vertelt, zoals het idee dat je pas gelukkig bent met een partner of dat je moet veranderen om liefde te verdienen. Echte liefde begint bij jezelf kennen, waarderen en eerlijk zijn – naar jezelf én de ander.
Ooit bestond TV amper, laat staan spotjes. Spotjes zijn nu overal, net als reclame en de invloed van reclame op ons leven, op wie we zijn en wat we doen kan nauwelijks overschat worden. De commercial werd op 1 juli 1941 uitgezonden op een TV-station in New York. Vermoedelijk konden 4 huishoudens hem zien. Er werd in totaal 9 dollar voor betaald.
Researchers at China’s Ningbo Institute of Materials Technology and Engineering have found a way to restore the energy density of old Lithium-Ion batteries by heating them to over 150°C.…
Ja nee vooralsnog is dit vooral ontzettend leuk nieuws voor algen, die vanaf nu vredig kunnen slapen in de wetenschap dat er mogelijk op 124 lichtjaar afstand van planeet aarde soortgenoten van hen wonen. Op K2-18b meer specifiek, waar superveel ruimte is, want 2,6 keer zo groot als onze nederige wereldbol. Nou als dit ook maar een beetje blijkt te kloppen liggen er dus ergens echt achterlijk veel algen op ons te wachten, jongens en meisjes. Gelukkig maar, want vanaf 2030 vreten we nog alleen maar algen, flossen we onze tanden met algen, vegen we onze achtervagijn af met algen, drinken we 's ochtends versgeperste algensap en trakteren onze kleuterkinderen op hun verjaardag aan de hele klas van algen-geweefde zakjes vol met gebraden alg. Er is wél een Planeet B, zak er allemaal maar in, dat hele K2-18b is feitelijk één groot Algerije. Jammer eigenlijk dat we niet vast wat vooruitgeschoven pionnen ernaartoe kunnen sturen, een Simon van Teutem bijvoorbeeld, om maar een zijstraat te noemen.
Een lezer vroeg me:
Wij leveren software-as-a-service diensten waarmee klanten data verwerken. Dit kunnen persoonsgegevens zijn. Onze klanten vragen ons om de mogelijkheid klantdata te delen met derden. Mogen wij dat faciliteren? Wij kunnen niet overzien of er toestemming is van de personen om wiens data het gaat, of dat er wel een verwerkersovereenkomst is met de ontvangende partij.Dit is een vraag die ik regelmatig krijg. Vaak gaat het om SaaS diensten waarbij de vraag gaat om een koppeling of API, zodat de toegang door de derde automatisch mogelijk is. Maar soms wordt ook handmatige assistentie gevraagd, zeg maar “kun je een database dump naar partij X sturen voor ons”.
Juridisch maakt dat niet heel veel uit. Het gaat hier om persoonsgegevens die de klant verwerkt in het systeem. In termen van de AVG is de dienstverlener dan de verwerker, omdat de klant bepaalt voor welke doelen dit gebeurt. In die context is het ook de keuze van de klant wie toegang mag hebben tot de gegevens, dus als die een derde partij aanwijst dan heeft de verwerker dat maar uit te voeren.
Een specifieke zorgplicht voor de verwerker om na te gaan of dat wel rechtmatig is, kent de AVG niet. Dus tenzij je zelf heel duidelijke aanwijzingen ziet dat hier iets misgaat, hoef je hier niet aan te twijfelen. Hetzelfde geldt vanuit je algemene zorgplicht als ict-dienstverlener.
Bij een API koppeling of delen/share-functie is het vaak zelfs niet eens mogelijk om zo’n check te doen. Als iemand een geldige API-sleutel heeft, dan moet dat wel dankzij een autorisatie van je klant zijn (behoudens aanwijzingen voor cyberinbraken) dus dan is dit geautoriseerd.
Als verwerker ben je wel gehouden te zorgen dat dit op een veilige manier gebeurt, uiteraard tot het eindpunt van afleveren bij die derde. Dus de API moet een beveiligd kanaal hebben, het sleutelbeheer moet conform de stand der techniek gebeuren en ga zo maar door. Een Excelbestand maken en via de mail versturen naar het mailadres dat de klant in een ticket doorgaf, zou ik wat riskant vinden.
Arnoud
Het bericht Mag ik als SaaS-dienstverlener klantdata laten delen met een derde? verscheen eerst op Ius Mentis.
Terwijl de rampzalige consequenties van het radicaal-rechtse beleid voor het Nederlandse onderwijs iedere dag duidelijker worden (zomaar een voorbeeld: gisteren kondigde het Onderwijsmuseum in Dordrecht aan dat het zijn deuren moest sluiten), en de Amerikaanse wetenschap ons laat zien wat ons voorland is – voor zover we dat al niet aan bijvoorbeeld Hongarije konden aflezen –, klinkt er af en toe ook een bemoedigend geluid.
In The New York Times publiceerde de Russisch-Amerikaanse intellectueel M. Gessen eergisteren een inspirerend artikel – een oproep aan de universiteiten om deze crisis te gebruiken om weer te worden wat ze oorspronkelijk waren: instellingen die niet willen meedoen aan allerlei rankings, die niet de besten willen zijn, die geen bedrijfje willen zijn, maar instellingen die er in de eerste plaats zijn om zoveel mogelijk kennis te delen met zoveel mogelijk mensen.
Kennis delen – dat is een machtig wapen tegen de Bruinsen en de Trumpen van deze wereld, die vooral gebaat zijn bij zoveel mogelijk domheid. Kennis delen – dat is waar wij goed in zouden moeten zijn. Kennis delen – dat hoeft niet eens miljoenen te kosten. “Hier is mijn radicale voorstel voor de universiteiten,” schrijft Gessen:
Gedraag je als een universiteit, niet als een bedrijf. Gebruik je fondsen. Laat meer studenten toe, niet minder. Open je deuren en vergroot je bereik niet door vastgoed te kopen, maar door onderwijs naar de gemeenschappen te brengen. Bouw aan een basis. Word een beweging.
Gessen geeft het voorbeeld van de Poolse ondergrondse ‘universiteiten’, die in de donkere dagen van het communisme samenkwamen in de huiskamers van de belangrijkste intellectuelen van het land. Het was niemand om het geld te doen; het ging erom zoveel mogelijk betrouwbare kennis te delen. Gessen wijst er ook op dat Polen het enige land is dat er onlangs in is geslaagd zich via democratische verkiezingen van een autocratie te bevrijden.
Open Science – de term voor het ideaal om alle wetenschappelijke kennis zo goed mogelijk aan iedereen ter beschikking te stellen – dreigt ook het slachtoffer te worden van het beleid van Eppo Bruins. Er is al aangekondigd dat die kraan wordt dichtgedraaid. Maar we kunnen natuurlijk ook met een dichte overheidskraan kennis blijven verspreiden. Bouwen aan een basis, een beweging maken van mensen die voor echte samenwerking zijn – en dus voor het grootste samenwerkingsproject dat de mens ooit heeft opgezet: de wetenschap.
De wetenschap is inderdaad te veel een bedrijf geworden, en te veel een baan. Dat ze ook een ideaal behelst, is daarbij soms uit het zicht verdwenen: het ideaal van steeds meer kennis, van de mens die onafhankelijk kan denken. Nu we vermalen raken in de mix van extreem kapitalisme – denk vooral niet zelf na, dat doen de heel erg rijken wel voor je, kijk jij maar lekker op je smartphone – en radicaal rechts – wij weten precies wie er de schuld is van alles – is de wetenschap misschien wel het beste medicijn.
Neerlandistiek is voor mij een onderdeel van de beweging voor open wetenschap, voor het delen van kennis. Het hoeft vooralsnog allemaal niet in benauwde huiskamers – het kan ook op het digitale marktplein, waar je meer mensen bereiken kan. Belangrijk is ook dat we geen eigendom zijn van een of andere miljardair: we zijn eigendom van de gemeenschap die ons draagt. Er gaat weinig geld naar Neerlandistiek, en al helemaal geen politiek gemotiveerd geld. Ze kunnen ons niks maken. Dus hebben we de plicht om onze mond open te doen en te zeggen hoe het ervoor staat. Alleen op die manier krijgen we ze eronder.
Het zijn allemaal zaken die ook in democratische tijden belangrijk waren, en het is eeuwig zonde dat de universiteiten in de afgelopen decennia een pad zijn opgeslagen die het nu lastiger maakt de handschoen meteen op te pakken. Maar als de instituten het niet doen, doen we het zelf. Want wij zijn uiteindelijk de universiteit.