Read more of this story at Slashdot.
HEERENVEEN (ANP) - Schaatsster Femke Kok heeft bij de wereldbekerwedstrijden in Heerenveen ook de vijfde 500 meter van het seizoen gewonnen. De 25-jarige Friezin was met 37,00 sneller dan landgenotes Jutta Leerdam (tweede) en Marrit Fledderus (derde). Leerdam eindigde in 37,36 en Fledderus kwam tot 37,53.
Kok won eerder de vier wedstrijden over 500 meter in Salt Lake City en Calgary. In Salt Lake City verbeterde ze het wereldrecord tot 36,09.
Angel Daleman kwam in haar rit tegen de Canadese Béatrice Lamarche tot 37,68. De 18-jarige schaatsster werd daarmee zesde. Anna Boersma eindigde met 37,93 als tiende.
Vertrouwen is in de psychologie geen vaag gevoel, maar een heel precies beschreven mentale toestand: de bereidheid om kwetsbaar te zijn op basis van de verwachting dat de ander jouw belangen niet schaadt. Zonder dat element van risico – de mogelijkheid dat het ook mis kan gaan – is er strikt genomen geen sprake van vertrouwen, maar hooguit van controle of zekerheid.
Psychologen beschrijven vertrouwen vaak als het “accepteren van kwetsbaarheid” tegenover de ander. Dat betekent dat je bewust iets opgeeft – informatie, autonomie, veiligheid – in de veronderstelling dat de ander daar zorgvuldig mee omgaat, ook al kun je die ander niet volledig controleren.
Die kwetsbaarheid is geen zwakte, maar een voorwaarde voor diepe relaties en samenwerking. Wie nooit risico wil lopen, kan zich wel beschermen, maar bouwt zelden duurzame, hechte banden op.
Recent onderzoek naar “interpersoonlijk vertrouwen” laat zien dat twee dingen voortdurend tegen elkaar worden afgewogen: de verwachte voordelen en de ingeschatte risico’s. Wetenschappers spreken van een evenwicht tussen “trust expectation” (de verwachting dat het goed gaat) en “trust risk” (de kans en de schade als het misgaat).
Volgens een zogeheten piramidemodel van vertrouwen begint alles bij een relatief stabiele vertrouwensneiging (trust trait), waarboven die dagelijkse afweging tussen verwachting en risico plaatsvindt en uiteindelijk uitmondt in concreet gedrag: wel of niet iemand vertrouwen. Mensen die van nature hoog scoren op zo’n vertrouwensneiging, stappen makkelijker over risico’s heen; mensen met een laag basistrust blijven eerder op hun hoede.
Dat we ons toch kwetsbaar durven maken, komt doordat de mogelijke opbrengst van vertrouwen enorm is: sociale steun, samenwerking, gedeelde kennis, liefde. In de literatuur wordt vertrouwen daarom beschreven als een “sociaal smeermiddel” dat complexiteit en angst vermindert, omdat je niet elke interactie hoeft dicht te timmeren met controles en contracten.
Tegelijkertijd is vertrouwen nooit een eenmalige keuze, maar een dynamisch proces dat wordt opgebouwd, getest, bevestigd of beschaamd in concrete ervaringen. Juist omdat er altijd iets op het spel staat, voelt het zo spannend – en is het psychologisch gezien zo cruciaal dat we het af en toe tóch wagen.
Thomas Hawk posted a photo: