Wel.nl

Minder lezen, Meer weten.

Bedrijven werken PFAS-onderzoek tegen: ‘Provincies staan machteloos’

Tientallen bedrijven in Nederland weigeren mee te werken aan bodemonderzoek naar PFAS-vervuiling, tot grote frustratie van provincies. Zij kunnen volgens de wet geen toegang afdwingen en dat baart experts grote zorgen. Want terwijl de risico’s van PFAS steeds duidelijker worden, blijven veel risicoplekken ononderzocht.

PFAS – een verzamelnaam voor chemische stoffen die niet of nauwelijks afbreken – zijn in steeds meer onderzoeken gelinkt aan risico’s voor milieu en gezondheid. Vorige week bleek uit een RIVM-rapport dat bijna alle Nederlanders te veel PFAS in hun bloed hebben. Toch stuiten provincies op een muur als ze bedrijven benaderen voor bodemonderzoek.

Schandalig

De verdachte locaties zijn divers: van oude vuilstortplaatsen en verffabrieken tot brandweerkazernes waar ooit met PFAS-houdend schuim is geoefend. Provincies willen juist daar monsters nemen, maar worden in veel gevallen geweigerd. In Zeeland gaat het om bijna de helft van de vijftig benaderde bedrijven, in Overijssel om negen van de veertien, in Gelderland om ruim twintig van de 220 aangeschreven locaties.

Volgens milieuchemicus Chiel Jonker (Universiteit Utrecht) gaat het hier om een duidelijke tekortkoming in de wetgeving: “De overheid zou dit moeten kunnen afdwingen bij risicovolle locaties, waar PFAS bijvoorbeeld via het grondwater terecht kan komen in drinkwaterbronnen en oppervlaktewater.”

Tekortkoming in wet

De huidige wet laat echter weinig ruimte voor dwang, zegt oud-hoogleraar milieurecht Gerrit van der Veen (Rijksuniversiteit Groningen). “De toezichthouder heeft pas mogelijkheden als een bedrijf wist of had moeten weten dat het een vervuiling veroorzaakte.” Dat is precies het probleem: veel verontreiniging dateert van decennia geleden, toen de risico’s van PFAS nog nauwelijks bekend waren.

Bovendien is de huidige gebruiker van een terrein lang niet altijd de oorspronkelijke vervuiler. “Ook dan is monstername niet afdwingbaar”, zegt Van der Veen tegen de NOS. Zijn conclusie: “Er is nu sprake van een lacune in de wet.”

Machteloos toekijken

Provincies trekken ondertussen aan een dood paard. “Het is juridisch onmogelijk”, zegt de Zeeuwse gedeputeerde Dick van der Velde. “Als je het wilt afdwingen en ze verzetten zich, dan stranden we toch. Dus het heeft geen zin om dat te proberen.”

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zegt wel juridische ruimte te zien, maar voegt daaraan toe: “Mocht blijken dat hierin niet slagvaardig genoeg opgetreden kan worden, dan zal waar nodig gekeken worden naar aanvullende juridische mogelijkheden.”

Giftige keten

Juist bij PFAS is snel ingrijpen cruciaal, benadrukt Jonker: “Vroeger ging het bij bodemvervuiling vaak om olie of metalen. Dat blijft grotendeels op zijn plek zitten. Dat is heel anders bij PFAS. Die stoffen zijn mobiel; via grond- en oppervlaktewater kunnen ze zich heel goed verspreiden.”

De risico’s strekken verder dan alleen het vervuilde terrein. “Als het grondwater onder een vervuilde bodem verbonden is met een drinkwaterbron, dan zouden mensen hierdoor met PFAS verontreinigd drinkwater binnen kunnen krijgen”, waarschuwt Jonker. “En als het uitspoelt naar het oppervlaktewater, zoals sloten, kan het in de voedselketen komen.”

Boeren gebruiken dat water voor hun gewassen, volkstuinders sproeien ermee, vissen leven erin en mensen zwemmen erin. Zonder onderzoek blijft de bron van het probleem onzichtbaar; met alle risico’s van dien.

Bron: NOS


Reclamebureau WPP waarschuwt voor lagere omzet en winst

LONDEN (ANP/BLOOMBERG) - Het Britse WPP, een van de grootste reclamebureaus ter wereld, waarschuwt voor een tegenvallende winst en omzet dit jaar. Het bedrijf schrijft dit toe aan groeiende macro-economische onzekerheid, waardoor de advertentie-inkomsten onder druk staan. WPP kondigde woensdag ook het vertrek van topman Mark Read aan.

Het bureau heeft reclamecampagnes gemaakt voor onder meer grote concerns als Heineken en Levi Strauss. De groep verwacht dat het moeilijke handelsklimaat in de tweede helft van het jaar aanhoudt, waarbij de omzet dit jaar met 3 tot 5 procent daalt.

WPP verloor het afgelopen jaar grote klanten. Ook heeft het bedrijf last van de opkomst van kunstmatige intelligentie, een technologie die het voor klanten makkelijker maakt om zelf hun marketingcampagnes te maken en te regelen.


Duitse politie arresteert verdachte van voorbereiden aanslag

ESSEN (ANP/DPA) - In Noordrijn-Westfalen heeft de politie woensdag een man opgepakt en meerdere huiszoekingen gedaan in een onderzoek naar de voorbereiding van een islamitische terreuraanslag. Gelijktijdig werden invallen gedaan op zes locaties in Essen, Dortmund, Düsseldorf en Soest, maakten het OM en de politie bekend.

De opgepakte verdachte is een 27-jarige Bosniër. "We geloven dat hij fraude heeft gepleegd en van plan was om het geld dat hij daarmee heeft verkregen te gebruiken om een aanslag te organiseren", laat een woordvoerder van het OM in Düsseldorf weten. De politie onderzoekt ook anderen die vermoedelijk bij de fraude betrokken waren.

De politie en het OM gaven verder geen details over de mogelijke aanslag, zoals waar en hoe die zou moeten worden uitgevoerd.


Deel Mediahuis-kranten verschijnt niet of incompleet door storing

AMSTERDAM (ANP/BELGA) - Abonnees van De Telegraaf krijgen woensdag een onvolledige versie van hun krant. In sommige delen van het land wordt de krant helemaal niet bezorgd. Oorzaak is een langdurige netwerkstoring die de redacties van verschillende Mediahuis-ranten dinsdagavond heeft getroffen.

"Wij hebben ons uiterste best gedaan met de middelen die we tot onze beschikking hadden een zo goed mogelijke krant te bezorgen, maar beseffen dat die niet van de kwaliteit is die u normaal gesproken van ons gewend bent", schrijft de hoofdredactie van De Telegraaf aan de abonnees. Die kunnen de krant wel digitaal lezen.

Andere Mediahuis-kranten die woensdag niet verschijnen zijn Dagblad van het Noorden, Friesch Dagblad en Leeuwarder Courant. Deze kranten zijn ook digitaal niet beschikbaar.

Ook de Vlaamse kranten van Mediahuis zijn getroffen door de technische problemen. Bij veel abonnees van Het Nieuwsblad, De Standaard, Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg, vooral in West-Vlaanderen, valt de papieren krant niet of in aangepaste vorm in de bus.


Grote Broer Nederland gaat wereldwijde CO2-uitstoot monitoren

Klimaatverandering is ondanks de tanende interesse van Gen Z nog steeds een hot topic. Bij de ongewassen doch vaak door de ME besproeide lui van XR bijvoorbeeld. Maar ook bij Nederlanders van TNO, het KNMI, SRON en ISISpace die aangesloten zijn bij het 'Tango-project'. Dat moet er over drie jaar voor zorgen, met satellieten die grote uitstoters controleren, dat de bij het Parijse klimaatakkoord aangesloten landen de afspraken daadwerkelijk naleven. Doen ze dat niet, dan hebben wij het subiet door. Nederland als observator van de werelduitstoot: hoezee! Bij de NOS een praktijkvoorbeeld uit het verleden: "Toen werd bijvoorbeeld ontdekt dat Australische steenkolenmijnen veel meer gas lekten dan uit officiële cijfers naar voren kwam. 'De Australische overheid heeft dat toen bijgesteld', zegt Van Amerongen. 'Je ziet dus dat het werkt om partijen op de vingers te kijken.'" 

Och, wat worden we hier een partij bloeddorstig van met z'n allen. Helaas bieden sommige ketterlanden verzet tegen onze almachtige project. De regering-Trump blijkt een doorn in het oog en wil de helft van het wetenschapsbudget van NASA schrappen om ons te stoppen. Maar in de VS snappen ze niet dat ze geen eigen wil meer hebben, dat ze leven in onze nieuwe utopische wereldorde en een vergeefse strijd strijden tegen het hoog boven de rest verheven Nederlandse oog. Met dank aan ons, Nederland, zal niemand ooit nog ongezien CO2 uitstoten!

Trots

Social

HOERA! ENSCHEDE GAAT FATBIKE VERBIEDEN

Gaan er ook dingen goed in dit land? Jazeker gaan er dingen goed in dit land! De gemeente Enschede heeft gisteravond INGESTEMD om fatbikes in de binnenstad van Enschede TE VERBIEDEN. Soort van milieuzone, maar dan voor bepaalde types uit een bepaald milieu, zeg maar. FATBIKEVERBOD is met dank aan de merkwaardige constellatie CDA / VVD / VOLT / Burgerbelangen en weldra is het: OPTIEFEN Kevin, Mo, Delano en JantjePietje met jullie zwaarzielige moorddadige opgevoerde onrendabelen-vervoer. Kom er maar in, Rachel Denneboom (beste raadslid van 2022): "De fatbike is een scooter vermomd als fiets." Eh....


Found Slide -- Ira Richolson Collection

Thomas Hawk posted a photo:

Found Slide -- Ira Richolson Collection

49eme Festival International du Film Cannes 96

Monopoly

Thomas Hawk posted a photo:

Monopoly

MetaFilter

The past 24 hours of MetaFilter

Barn owls a hit in farm anti-poisons pilot project

Barn owls a hit in farm anti-poisons pilot project. With the imminent release of a review into the risks of rodent bait in Australia, an award-winning initiative uses barn owls as a natural alternative to controlling rats and mice on farms.

Prime numbers are the bomb!

Another addictive web game from vole.wtf: Primesweeper. It's Minesweeper, but every space is also marked with a 3-digit number. The numbers that are prime mark the locations of the mines. You still get the normal numbered hints, but you don't get to mark spaces where you believe mines to be. Win by revealing every non-mine square. (via projects)

vole.wtf (from MeFi's own malevolent) previously: The Projects page for vole.wtf

I sure like being inside this fancy computer!

A fascinating trip down UI memory lane, with a look at the Macintosh's control panel's evolution over the years (including embedded emulators to play with!)

The Register

Biting the hand that feeds IT — Enterprise Technology News and Analysis

Iranian ransomware crew reemerges, promises big bucks for attacks on US or Israel

Tells would-be affiliates they don't need to worry because cyberattacks don't violate a cease fire

An Iranian ransomware-as-a-service operation with ties to a government-backed cyber crew has reemerged after a nearly five-year hiatus, and is offering would-be cybercriminals cash to infect organizations in the US and Israel.


The Daily WTF

Curious Perversions in Information Technology

CodeSOD: The XML Dating Service

One of the endless struggles in writing reusable API endpoints is creating useful schemas to describe them. Each new serialization format comes up with new ways to express your constraints, each with their own quirks and footguns and absolute trainwrecks.

Maarten has the "pleasure" of consuming an XML-based API, provided by a third party. It comes with an XML schema, for validation. Now, the XML Schema Language has a large number of validators built in. For example, if you want to restrict a field to being a date, you can mark it's type as xsd:date. This will enforce a YYYY-MM-DD format on the data.

If you want to ruin that validation, you can do what the vendor did:

<xsd:simpleType name="DatumType">
  <xsd:annotation>
    <xsd:documentation>YYYY-MM-DD</xsd:documentation>
  </xsd:annotation>
  <xsd:restriction base="xsd:date">
    <xsd:pattern value="(1|2)[0-9]{3}-(0|1)[0-9]-[0-3][0-9]" />
  </xsd:restriction>
</xsd:simpleType>

You can see the xsd:pattern element, which applies a regular expression to validation. And this regex will "validate" dates, excluding things which are definitely not dates, and allowing very valid dates, like February 31st, November 39th, and the 5th of Bureaucracy (the 18th month of the year), as 2025-02-31, 2025-11-39 and 2025-18-05 are all valid strings according to the regex.

Now, an astute reader will note that this is a xsd:restriction on a date; this means that it's applied in addition to ensuring the value is a valid date. So this idiocy is harmless. If you removed the xsd:pattern element, the behavior would remain unchanged.

That leads us to a series of possible conclusions: either they don't understand how XML schema restrictions work, or they don't understand how dates work. As to which one applies, well, I'd say 1/3 chance they don't understand XML, 1/3 chance they don't understand dates, and a 1/3 chance they don't understand both.

[Advertisement] Picking up NuGet is easy. Getting good at it takes time. Download our guide to learn the best practice of NuGet for the Enterprise.

Ius Mentis

Internetrecht door Arnoud Engelfriet

Voor een paar euro iemand uitkleden met AI: ‘Ongeluk in slow motion’

Het is verboden om zonder toestemming naaktfoto’s te maken met AI-apps, maar het is doodsimpel om het tĂłch te doen. Dat meldde Nu.nl onlangs. De aanleiding is de recente waarschuwing van Meta over ‘nudify’-apps, beeldbewerking die een naakt lijf verzint binnen de contouren van degene die jij fotografeert. OkĂ© dan.

Meta heeft een rechtszaak aangespannen tegen de maker van CrushAI, een populaire app in dit genre, om te zorgen dat die niet meer adverteert op de Meta-platforms zoals Instagram. Dit op grond van de gebruiksvoorwaarden. Maar de app zelf blijft dus te vinden.

“Jijzelf weet dat de beelden nep zijn, maar je omgeving en anderen die de beelden zien weten dat niet”, zo citeert Nu.nl een woordvoerder van Slachtofferhulp. Daarmee worden mensen alsnog kwetsbaar voor chantage en andere onfrisse praktijken. Er moet dus wat gebeuren, en de organisatie stelt een apart verbod voor.

Een verbod staat of valt met handhaving, maar heeft hier ook een signaalwaarde. Als je op scholen en andere plekken waar dit speelt kunt zeggen “zo’n app hebben is verboden”, dan kun je jongeren en hun ouders (hopelijk) via een moreel appĂšl aanspreken. En wie deze toch gebruikt, kun je dan via schoolregels aanpakken – net zoals bij jongeren die messen naar school brengen, bijvoorbeeld.

Als het slachtoffer nog geen 18 is, dan is het gebruik van zo’n app strafbaar als het vervaardigen van kindermisbruikmateriaal (art. 252 Strafrecht). Maar ook als het gaat om een volwassene is het strafbaar als het vervaardigen “opzettelijk en wederrechtelijk” gebeurt (art. 254ba). Bij zo’n app is daar zonder twijfel sprake van.

Het punt is vooral: er is geen strafbaarheid op bezit of verspreiden van de app. Dat was nooit echt relevant: dergelijk beeld maakten mensen met camera’s of andere algemene middelen, dus je komt er niet uit hoe je “stiekeme camera voor strafbaar beeld” onderscheidt van “camera”. Dit is ook waarom stiekem fotograferen (art. 139f) strafbaar is maar stiekemfotograferencamera’s niet.

Zou het kunnen? We hebben het voorbeeld van de hackhulpmiddelen (art. 139d), een “technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt of ontworpen is tot”. Zet erachter “het maken van beelden bedoeld in 254ba of 252” en je bent er. Gewone camera’s zijn niet specifiek geschikt voor dergelijk beeld, deze naaktapps wel.

Net als bij hackmiddelen krijg je dan gelijk discussie over waar de grens ligt. Software kan zowel voor een legitiem securityonderzoek geschikt zijn als voor illegaal werk, soms hangt dat alleen af van het hebben van een pentestopdrachtovereenkomst. Het wettelijk criterium moet je dan van geval tot geval oplossen.

Hier is het probleem dat deze apps (meestal) niet letterlijk zeggen “upload een foto van eender wie en wij plakken er een naakt lijf onder”. De verpakking zijn “AI girlfriend” apps (want het gaat altijd over vrouwen) die je dan in staat stellen afbeeldingen samen te stellen met allerlei parameters. En ergens verstopt zit dan “upload sample image”.

Anderen presenteren zich explicieter maar presenteren zich dan als neutrale tool: jij kiest de foto, maar jij verklaart dan tevens dat alles helemaal juridisch in orde is. En daar is het dan op papier misschien nog wel makkelijk tegen optreden, maar het bedrijf zit dan in Hong Kong en kan zo weer verder vanuit een nieuwe Ltd.

Arnoud

Het bericht Voor een paar euro iemand uitkleden met AI: ‘Ongeluk in slow motion’ verscheen eerst op Ius Mentis.

Hooggerechtshof beoordeelt Trumps decreet over massaontslagen als legaal

De Amerikaanse president Donald Trump mag in principe doorgaan met zijn beleid van massaontslagen bij de overheid. Een federale rechter blokkeerde eerder een decreet van Trump, maar het Hooggerechtshof oordeelde dinsdag dat dit decreet binnen zijn macht als president ligt.

Slashdot

News for nerds, stuff that matters

Peter Jackson Backs Long Shot De-Extinction Plan, Starring New Zealand's Lost Moa

An anonymous reader quotes a report from the Associated Press: Filmmaker Peter Jackson owns one of the largest private collections of bones of an extinct New Zealand bird called the moa. His fascination with the flightless ostrich-like bird has led to an unusual partnership with a biotech company known for its grand and controversial plans to bring back lost species. On Tuesday, Colossal Biosciences announced an effort to genetically engineer living birds to resemble the extinct South Island giant moa -- which once stood 12 feet (3.6 meters) tall -- with $15 million in funding from Jackson and his partner Fran Walsh. The collaboration also includes the New Zealand-based Ngai Tahu Research Centre. "The movies are my day job, and the moa are my fun thing I do," said Jackson. "Every New Zealand schoolchild has a fascination with the moa."

The moa had roamed New Zealand for 4,000 years until they became extinct around 600 years ago, mainly because of overhunting. A large skeleton brought to England in the 19th century, now on display at the Yorkshire Museum, prompted international interest in the long-necked bird. Unlike Colossal's work with dire wolves, the moa project is in very early stages. It started with a phone call about two years ago after Jackson heard about the company's efforts to "de-extinct" -- or create genetically similar animals to -- species like the woolly mammoth and the dire wolf. Then Jackson put Colossal in touch with experts he'd met through his own moa bone-collecting. At that point, he'd amassed between 300 and 400 bones, he said.

In New Zealand, it's legal to buy and sell moa bones found on private lands, but not on public conservation areas -- nor to export them. The first stage of the moa project will be to identify well-preserved bones from which it may be possible to extract DNA, said Colossal's chief scientist Beth Shapiro. Those DNA sequences will be compared to genomes of living bird species, including the ground-dwelling tinamou and emu, "to figure out what it is that made the moa unique compared to other birds," she said. [...] The direction of the project will be shaped by Mori scholars at the University of Canterbury's Ngi Tahu Research Centre. Ngi Tahu archaeologist Kyle Davis, an expert in moa bones, said the work has "really reinvigorated the interest in examining our own traditions and mythology."

Read more of this story at Slashdot.

Fallen Leaves

jovo2021 has added a photo to the pool:

Fallen Leaves

Yoyogi Park, Tokyo
Wagakki Band - è™čè‰Čè¶ă€…(Rainbow Butterfly)
www.youtube.com/watch?v=daTsIW5n-ss

Sargasso

Hopeloos Genuanceerd

Artikel 90 Grondwet: Grondwettelijke plicht tot actie in het Israëlisch-Palestijnse conflict

ANALYSE - door Otto Spijkers

Artikel 90 van onze Grondwet (Gw) bepaalt dat “de regering de ontwikkeling van de internationale rechtsorde bevordert.” In deze bijdrage ga ik in op de betekenis en relevantie van deze constitutionele opdracht, in het bijzonder voor de verantwoordelijkheid van de Nederlandse regering om het respect voor de internationale rechtsorde te bevorderen binnen de context van het IsraĂ«lisch-Palestijnse conflict. Ik begin met een bespreking van de strekking van dit wetsartikel en kijk daarna hoe het in het huidige maatschappelijke en politieke debat wordt aangehaald. Zie over ditzelfde onderwerp trouwens ook het recent verschenen artikel van Leonard Besselink.

Artikel 90 Grondwet

Artikel 90 Gw is een opvallende bepaling. Tussen 1953 en 1983 was het, formeel gezien, de Koning die de taak had om de ontwikkeling van de internationale rechtsorde te bevorderen. Sinds de grondwetsherziening van 1983 ligt deze verantwoordelijkheid bij de regering. Nederland is bovendien het enige land ter wereld dat zijn regering via de Grondwet zo expliciet verplicht tot het bevorderen van de internationale rechtsorde. Maar wat betekent dat eigenlijk in de praktijk? Wat houdt die bevordering precies in, en hoe wordt van de regering verwacht dat zij daaraan invulling geeft?

Doordat artikel 90 vrij algemeen is geformuleerd, leent het zich niet goed voor directe werking of als basis voor een beroep bij de rechter. Dit blijkt onder meer uit het arrest van de Hoge Raad van 6 februari 2004 in de zaak van de Vereniging van Juristen voor de Vrede (VJV) e.a. tegen de Staat der Nederlanden. In die zaak verzochten de eisers de rechter om de Staat te verbieden nog langer medewerking te verlenen aan militair geweld door (bondgenoten van) de Verenigde Staten (VS) tegen personen die in verband werden gebracht met de aanslagen van 11 september 2001. Volgens de eisers was dergelijk handelen niet alleen in strijd met het VN-Handvest, maar ook met artikel 90 Gw, omdat het geweld volgens hen onverenigbaar was met dwingende normen van het internationaal recht (jus cogens).

De Hoge Raad oordeelde echter dat hij zich niet over deze inhoudelijke kwestie kon uitspreken. Over artikel 90 zei de Raad het volgende:

“Weliswaar behelst [artikel 90 Gw] een instructie aan de regering de internationale rechtsorde te bevorderen, maar noch dit noch enig ander artikel bepaalt op welke wijze hieraan uitvoering moet worden gegeven. In dit verband merkt de Hoge Raad op dat de onderhavige vorderingen van VJV c.s. betrekking hebben op vragen betreffende het beleid van de Staat op het gebied van buitenlandse politiek en defensie, welk beleid in sterke mate zal afhangen van politieke afwegingen in verband met de omstandigheden van het geval. Het is, ook waar het het geweldverbod betreft, niet aan de burgerlijke rechter om deze politieke afwegingen te maken en op verlangen van een burger de Staat (de regering) bepaalde handelingen ter uitvoering van politieke besluitvorming op het gebied van buitenlands beleid of defensie te verbieden of hem te gelasten op dit gebied een bepaalde gedragslijn te volgen” (para. 3.4).

Frans Langemeijer, destijds advocaat-generaal bij de Hoge Raad, ging in zijn conclusie van 14 november 2003 al uitgebreid in op de wetsgeschiedenis en betekenis van 90 Gw (paras. 3.7-11). Hij kwam tot dezelfde conclusie als de Hoge Raad. In zijn analyse citeerde hij ook uit de Memorie van Antwoord van 6 december 1979. Bij de grondwetswijziging was de regering voornemens het artikel volledig te schrappen, maar kwam daarop terug na bezwaren hiertegen van de PvdA, het CDA, de VVD en het GPV (meer over de opmerkelijke wetsgeschiedenis). In deze memorie werd uiteengezet waarom de regering van gedachten veranderd was. Minister-president Dries van Agt (CDA), de minister van Binnenlandse Zaken Hans Wiegel (VVD), en de minister van Buitenlandse Zaken Chris van der Klaauw (VVD) wilden allereerst verduidelijken dat “het begrip ‘internationale rechtsorde’ dient te worden verstaan in de ruime zin van een internationaal bestel gebaseerd op universeel geldende rechtsnormen”. Dit werd door hen nader uitgelegd, en deze uitleg is zo mooi idealistisch en kosmopolitisch, dat ik die graag volledig citeer:

“Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft de Regering bij herhaling uitdrukking gegeven aan de overtuiging, dat een internationaal stelsel van geheel soevereine staten niet meer past bij de vraagstukken waarmee de huidige wereld zich geconfronteerd ziet en dat het daarom gewenst is dit stelsel om te bouwen tot een nieuwe wereldorde waarin nationale belangen zo nodig ondergeschikt gemaakt kunnen worden aan meer omvattende belangen. De tegen de achtergrond van dĂ©ze overtuiging (die in ons land in brede kring wordt gedeeld) in 1953 in de Grondwet opgenomen bepaling inzake bevordering van de ontwikkeling der internationale rechtsorde doet dan ook in de eerste plaats uitkomen, dat in het Nederlandse constitutionele bestel de nationale soevereiniteit niet als een absolute norm wordt beschouwd. Tegelijkertijd omvat het streven naar een op universeel geldende rechtsnormen gebaseerd internationaal bestel ook naar onze mening het bevorderen van universele verwezenlijking van de rechten van de mens, en wel in de breedste zin van het woord, dat wil zeggen zowel de burgerrechten en politieke rechten als de economische, sociale en culturele rechten. Uit dien hoofde kan ook de bevordering van het welzijn der wereldbevolking hieronder worden begrepen. Wij menen derhalve dat door handhaving van de hier bedoelde bepaling tevens tot uitdrukking wordt gebracht dat mondiale solidariteit, als vermeld door de leden van de PvdA-fractie, een blijvend doel van het regeringsbeleid is.”

Dit geeft een goede indicatie van hetgeen met artikel 90 Gw werd beoogd. In de huidige tijd vind je zelden meer mensen met zo een toekomstgerichte, internationale blik die geloven in gedeelde menselijke waarden en de kracht van wereldwijde samenwerking. Maar artikel 90 staat gelukkig nog steeds in onze Grondwet, en ook de huidige regering moet dus blijven investeren in de ontwikkeling van de internationale rechtsorde. Dat zien we ook wel terug in meer recente beleidsdocumenten. Daaruit blijkt dat volgens de huidige regering een goed ontwikkelde internationale rechtsorde goed functionerende internationale instellingen vereist – zoals het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof, en internationale organisaties met een breed draagvlak – zoals de Verenigde Naties. Ook vereist het “naleving en waar nodig aanvulling van de internationale wet- en regelgeving en voortdurende inzet tegen straffeloosheid voor de meest grove mensenrechtenschendingen en het voorkomen van deze schendingen”. Hier moet de Nederlandse regering zich dus voortdurend voor inzetten.

Artikel 90 Grondwet en het Israëlisch-Palestijnse conflict

De laatste tijd wordt artikel 90 Gw veelvuldig aangehaald in het debat over de verantwoordelijkheid van Nederland om het internationaal recht te respecteren en te bevorderen in de context van de gebeurtenissen in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever. Zo riepen oud-ministers Jan Pronk, Jozias van Aartsen, Bernard Bot en Laurens-Jan Brinkhorst het kabinet in een brandbrief van 26 maart 2025 op om alles op alles te zetten om de oorlog in Gaza – die zij, mijns inziens terecht, als genocide bestempelden – te stoppen (meer informatie over het gebruik van de term ‘genocide’). Volgens hen was het passieve optreden van het kabinet-Schoof niet alleen moreel laakbaar, maar ook in strijd met artikel 90 Gw, het Genocideverdrag en uitspraken van het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof.

De verwijzingen naar artikel 90 Gw blijven echter niet beperkt tot opiniestukken en open brieven in de landelijke dagbladen. In het vervolg van deze bijdrage richt ik mij op verwijzingen naar dit grondwetsartikel in een aantal formele en institutionele contexten: Kamermoties, een invloedrijk briefadvies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV), de publieke uitingen van groep “Ambtenaren en de Grondwet”, en de nog lopende rechtszaak over de uit- en doorvoer van onderdelen van het F-35-gevechtsvliegtuig vanuit Nederland naar IsraĂ«l.

Kamermoties over 90 Grondwet

Twee Kamermoties verwezen naar artikel 90 Gw. De eerste werd op 18 januari 2024 ingediend door Kati Piri (GroenLinks-PvdA), Jan Paternotte (D66), Sarah Dobbe (SP), Laurens Dassen (Volt), Stephan van Baarle (DENK) en Christine Teunissen (PvdD). Die motie luidde als volgt:

“constaterende dat de Nederlandse regering het bevorderen van de internationale rechtsorde in de Grondwet heeft staan; verzoekt het kabinet om, wanneer het Internationaal Gerechtshof voorlopige voorzieningen treft in de rechtszaak Zuid-Afrika versus IsraĂ«l, deze bindende juridische uitspraak te respecteren en de naleving door direct betrokken partijen actief te bevorderen”

Deze motie kreeg 47 van de 150 stemmen, en werd dus verworpen. Alleen de links-progressieve partijen – GroenLinks-PvdA, D66, SP, DENK, PvdD en Volt – stemden voor.

De eerste zin van de motie verwees duidelijk naar artikel 90 Gw, terwijl de tweede zin vooruitliep op de voorlopige voorziening die het Internationaal Gerechtshof op 26 januari 2024 oplegde. De Nederlandse regering reageerde pas op 12 februari 2024 op deze voorziening, na aandringen vanuit de Kamer, met een voorzichtig geformuleerde verklaring waarin stond dat “Nederland de uitspraak respecteert en de partijen oproept de uitspraak na te leven.” Hoe die oproep precies werd vormgegeven, bleef echter onduidelijk.

Op 19 juli 2024 volgde een advies van het Internationaal Gerechtshof over de juridische gevolgen van het IsraĂ«lische beleid in de bezette Palestijnse gebieden. Het duurde dit keer aanzienlijk langer voordat de regering reageerde. Pas op 10 september 2024 stuurde minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) een brief aan de Kamer, waarin hij aangaf dat het advies bevestigde dat bepaalde bestaande Nederlandse maatregelen gerechtvaardigd waren. Het kabinet zou, zo stelde hij, “in de komende periode nader [analyseren] of aanleiding bestaat het huidige beleidskader aan te passen op basis van het advies van het Hof.” Daarna bleef het stil. Van een krachtige beleidsreactie was opnieuw geen sprake. Pas op 9 december 2024 kwam het kabinet met een echte, inhoudelijke reactie (daarover straks meer).

Om die reden diende Van Baarle op 10 oktober 2024 een tweede motie in:

“constaterende dat gezaghebbende adviezen van het Internationaal Gerechtshof het geldend internationaal recht uiteenzetten ten aanzien van de situatie op de Westelijke Jordaanoever; verzoekt de regering om in lijn met artikel 90 van de Grondwet het geldend internationaal recht te bevorderen en onverkort na te leven door, naast het voortzetten van de huidige inspanningen, internationaal draagvlak te zoeken voor aanvullende inspanningen om schendingen van het internationaal recht op de Westelijke Jordaanoever te beĂ«indigen”

Deze motie werd wĂ©l aangenomen, met 103 van de 150 stemmen. Alleen de rechtse en christelijke partijen – PVV, ChristenUnie, FvD, SGP en JA21 – stemden tegen. Toch leidde ook deze aangenomen motie niet tot een wezenlijke herziening van het Nederlandse beleid.

In beide moties werd de Nederlandse regering opgeroepen om zich in te spannen om respect voor en naleving van uitspraken van het Internationaal Gerechtshof te bevorderen, een verplichting die gebaseerd is op artikel 90 Gw.

Adviesraad Internationale Vraagstukken over artikel 90 Grondwet

Op 23 oktober 2024 bracht de AIV een briefadvies uit aan minister Veldkamp, getiteld Naar een nieuwe koers voor Nederland in het Israëlisch-Palestijnse conflict. In dat advies werd verwezen naar de constitutionele verplichting om respect voor de internationale rechtsorde te bevorderen:

“Nederland heeft in de loop van de geschiedenis een reputatie opgebouwd waar het gaat om internationaal-juridische vraagstukken. Als gastland van het Internationaal Gerechtshof en van het Internationaal Strafhof wordt ook van Nederland een actieve rol verwacht bij het bevorderen en naleven van het internationaal recht. Deze rol is ook vastgelegd in onze Grondwet, met als achterliggende rationale dat het hier ook om een direct Nederlands belang gaat” (p. 15).

In die laatste zin klinkt een duidelijke verwijzing door naar artikel 90 Gw. De AIV benadrukte in dezelfde brief bovendien het belang van consistentie bij het bevorderen van de internationale rechtsorde:

“De AIV benadrukt het risico van het hanteren van een dubbele moraal en ‘dubbele standaarden’ bij het bevorderen van respect voor mensenrechten en de naleving van internationaal recht in het algemeen. Het inconsistent inroepen en toepassen van regels van internationaal recht draagt sterk bij aan de ondermijning en politisering van dat recht en doet afbreuk aan het overkoepelende idee dat het internationaal recht voor alle staten gelijkelijk geldt en wordt toegepast. Het afgelopen jaar is inconsistentie in het inroepen en het toepassen van het internationaal recht door Europa en Europese staten herhaaldelijk internationaal-politiek aan de orde gesteld, inclusief door de Secretaris-Generaal van de VN, AntĂłnio Guterres. De inspanningen die Nederland en Europa bijvoorbeeld leveren om accountability-mechanismen te creĂ«ren in de oorlog in OekraĂŻne, blijven achterwege bij het IsraĂ«lisch-Palestijnse conflict. De onevenwichtige handhaving voedt anti-Europeanisme en anti-Amerikanisme in veel landen van het mondiale Zuiden” (p. 19).

Wat betekent dit nu concreet voor de rol van Nederland in het Israëlisch-Palestijnse conflict? De AIV kwam met een heldere aanbeveling aan de regering:

“Pleit zowel in binnen- als buitenland voor het naleven van de internationaalrechtelijke verplichtingen die voortvloeien uit onder andere de recente Advisory Opinion van het Internationaal Gerechtshof (19 juli 2024) en onderken dat het naleven en beschermen van het internationaal recht ook van geopolitiek belang is. [
] Onderschrijf dat Nederland wat betreft het naleven van het internationaal recht een speciale positie heeft, gezien de rol als gastland van het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof en gezien de bepaling als vastgelegd in de Nederlandse Grondwet dat de regering de internationale rechtsorde dient te bevorderen” (p. 27).

Op 9 december 2024 stuurde minister Veldkamp de kabinetsreactie op het briefadvies van de AIV naar de Tweede Kamer. Daarin stelde hij onder meer:

“Op grond van artikel 90 van de Grondwet bevordert het kabinet de ontwikkeling van de internationale rechtsorde. Alle staten moeten zich houden aan het internationaal recht, en Nederland roept hiertoe dan ook consequent op, waaronder in multilaterale fora zoals de VN.”

In dezelfde brief ging het kabinet ook nader in op de juridische gevolgen voor Nederland van het advies van het Internationaal Gerechtshof van 19 juli 2024. Daarover concludeerde de minister dat “het kabinet het huidige nationale beleid nadrukkelijk zal blijven uitvoeren naar aanleiding van het IGH-advies” en dat het “in Europees verband de gesprekken zal voortzetten over juridische implicaties en eventuele aanvullende maatregelen op Europees niveau.”

Op basis van artikel 90 Gw is de Nederlandse regering verplicht andere staten aan te sporen hun verantwoordelijkheid binnen de internationale rechtsorde na te komen. Wat de Nederlandse regering tot nu toe heeft gedaan, is volstrekt onvoldoende. Het is hoog tijd dat zij eindelijk haar grondwettelijke plicht serieus neemt en daadkrachtig optreedt om de internationale rechtsorde écht te waarborgen. Luísa Netto en ik hebben dit nader uiteengezet in een blogpost op Verfassungsblog (Engelstalig) en in een bijdrage op Nederland Rechtsstaat (Nederlandstalig).

Ambtenaren over 90 Grondwet

Een groep ambtenaren heeft zich verenigd onder de naam “Ambtenaren en de Grondwet” en gebruikt artikel 90 Gw als fundament voor hun activisme. Dat blijkt onder meer uit hun LinkedIn-pagina, waar het volgende te lezen is:

“Wij zijn een groep Nederlandse ambtenaren die zich grote zorgen maken over het aanhoudende IsraĂ«lische offensief in Gaza – dat door het Internationaal Gerechtshof als plausibele genocide is bestempeld – en het Nederlandse beleid hierover. [
] Als ambtenaren begrijpen wij het belang van het internationaal recht. Wij hebben een eed afgelegd aan de Grondwet, inclusief artikel 90 Gw, waarin staat dat de regering de internationale rechtsorde bevordert. Het is aan de politiek om het beleid te bepalen. Maar de politiek moet zich daarbij wel houden aan onze Grondwet en internationale verdragsverplichtingen. Het is aan overheidsfunctionarissen om politici erop te wijzen wanneer beleid (mogelijk) in strijd is met het internationaal recht. En die taak – die plicht – nemen wij zeer serieus. Wij verwachten van onze regering dat zij zich onvermoeibaar inzet voor een consistente naleving van het internationaal recht.”

Deze groep organiseert nu al gedurende meer dan 16 maanden wekelijks sit-ins bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, telkens op donderdag om 12.00 uur. Zelf sprak ik op 25 juli 2024 bij een van deze sit-ins, en leverde ik een bijdrage aan het Herdenkingsprotest op 10 oktober 2024. De acties gaan nog steeds wekelijks door – omdat het, helaas, nog steeds nodig is om de regering eraan te herinneren dat zij een grondwettelijke plicht heeft: het consistent en proactief bevorderen van respect voor de internationale rechtsorde. Dat wil zeggen: een internationale orde gebaseerd op universeel geldende rechtsnormen en gedragen door mondiale instellingen als het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof.

Rechter over 90 Grondwet

De belangrijkste rechtszaak in dit verband is die van Oxfam Novib, Vredesbeweging PAX Nederland en The Rights Forum tegen de Staat. De kernvraag in deze procedure is of de Nederlandse rechter de Staat kan verplichten in te grijpen in de vergunningverlening voor de uit- en doorvoer van onderdelen van het F-35-gevechtsvliegtuig vanuit Nederland naar Israël, gelet op het duidelijke risico dat deze onderdelen bijdragen aan ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht. Over deze zaak schreef ik eerder een tweedelige blogpost op Opinio Juris.

Op 12 februari 2024 oordeelde het Gerechtshof Den Haag al dat de levering van F-35-onderdelen vanuit Nederland aan IsraĂ«l moest worden gestaakt. Samen met Johanna Trittenbach en Jessica Dorsey schreef ik over dit arrest een annotatie. De Staat stelde cassatie in, en de zaak ligt momenteel voor bij de Hoge Raad. Op 6 september 2024 vonden de mondelinge pleidooien plaats. Samen met NikĂ© Wentholt en Alma Mustafić schreef ik een kort verslag daarvan. Op 29 november 2024 bracht advocaat-generaal Paul Vlas zijn conclusie uit. In zijn analyse verwijst Vlas naar de eerder besproken uitspraak van de Hoge Raad van 6 februari 2004 in de zaak van de Vereniging van Juristen voor de Vrede tegen de Staat. Op basis van een argumentum e contrario concludeert hij dat het handelen van de Staat, zelfs op het gebied van buitenlandse politiek en defensie, wĂ©l door de rechter kan worden getoetst aan rechtsnormen, mits deze normen concreet aangeven op welke wijze de Staat invulling moet geven aan zijn bevoegdheid (para. 4.15). Artikel 90 Gw, waarnaar verwezen wordt, is daarvoor op zichzelf niet voldoende, maar kan wel een ondersteunende rol spelen.

De uitspraak van de Hoge Raad wordt binnenkort verwacht. Het zou zeer te verwelkomen zijn als de hoogste rechter artikel 90 Gw expliciet in zijn overwegingen zou betrekken.

Conclusie

Artikel 90 Gw is geen loze formulering, maar heeft in de praktijk wezenlijke betekenis. Het verplicht de Nederlandse regering ertoe om het internationaal recht te bevorderen, en de instituties die dat recht dragen – zoals het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof – te ondersteunen, en dit actief en consistent te doen. Juist wanneer andere staten, waar Nederland enige invloed op kan uitoefenen, zich niet aan deze regels houden en daarmee de verdere ontwikkeling van de internationale rechtsorde ondermijnen, is deze grondwettelijke opdracht van cruciaal belang.

Het is te verwachten – en helaas ook te vrezen – dat het belang en de relevantie van deze grondwettelijke bepaling in de toekomst alleen maar zullen toenemen. Daarmee zal ook de verplichting die eruit voortvloeit zwaarder op Nederland komen te rusten.

Een recent voorbeeld is de aanval van Israël en de Verenigde Staten op Iran, die begon op 13 juni 2025. Naar aanleiding daarvan dienden Dobbe, Teunissen en Van Baarle op 19 juni 2025 de volgende motie in:

“constaterende dat IsraĂ«l op 13 juni een oorlog tegen Iran is begonnen; constaterende dat deze aanval in strijd is met artikel 2, lid 4 van het Handvest van de Verenigde Naties; overwegende dat het internationaal recht altijd de leidraad voor het Nederlandse buitenlandbeleid moet zijn; spreekt uit dat het internationaal recht, waaronder het Handvest van de Verenigde Naties, het enige kompas voor het Nederlandse buitenlandbeleid dient te zijn; verzoekt de regering hiernaar te handelen en grondwetsartikel 90 op te volgen”

De motie haalde het bij lange na niet. Slechts 38 Kamerleden stemden voor. Alleen GroenLinks-PvdA, SP, DENK, PvdD en Volt steunden het voorstel. Opvallend was dat zelfs D66 tegenstemde. Dat is ronduit zorgwekkend – en moeilijk te begrijpen. Vrijwel alle deskundigen zijn het er immers over eens dat de aanval van IsraĂ«l en de VS op Iran onrechtmatig was. Toch koos NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte ervoor om de Amerikaanse president Donald Trump te feliciteren en te bedanken voor dit “daadkrachtige optreden in Iran”, dat hij omschreef als “werkelijk buitengewoon en iets wat niemand anders durfde te doen.” Toen Rutte vervolgens werd gevraagd of hij de aanval in strijd achtte met het internationaal recht, antwoordde hij ontkennend. Er is dus nog veel werk aan de winkel. De plicht uit artikel 90 Gw is helder – het is nu aan de politiek om die serieus te nemen.


Dit artikel verscheen eerder in de Hofvijver van 30 juni 2025, een maandelijkse uitgave van het Montesquieu Instituut.
Otto Spijkers 
is universitair docent internationaal en Europees recht aan het Leiden University College (LUC), Faculteit Governance and Global Affairs van de Universiteit Leiden. Voordat hij bij het LUC kwam, was Otto hoogleraar internationaal recht aan het China Institute of Boundary and Ocean Studies van Wuhan University en het Research Institute of Environmental Law van deze universiteit. Voordat hij naar Wuhan ging, werkte hij bij het Utrecht Centre for Water, Oceans and Sustainability Law en het Netherlands Institute for the Law of the Sea van de Universiteit Utrecht. Hij schreef zijn proefschrift, getiteld The United Nations, the Evolution of Global Values and International Law, aan het Grotius Centre for International Legal Studies van de Universiteit Leiden.

Behance Featured Projects

The latest projects featured on the Behance

Gibberish Cacophony


Personal Work 2025

Rijnmond - Nieuws

Het laatste nieuws van vandaag over Rotterdam, Feyenoord, het verkeer en het weer in de regio Rijnmond

Auto rijdt woning in: enorm gat in gevel

Een auto is dinsdagavond een huis binnengereden aan de Saffierlaan in Rhoon. Niemand raakte gewond, maar de schade is groot: in de gevel is een groot gat ontstaan.