DEN HAAG (ANP) - Als het stelsel voor arbeidsongeschiktheid niet drastisch wordt aangepakt, loopt de wachttijd voor een beoordeling op tot drie jaar in 2030. Daarvoor waarschuwen ambtenaren van verschillende ministeries in een gezamenlijk beleidsadvies. In dat geval zouden bijna 200.000 mensen wachten op een definitieve uitkering.
Het UWV, de uitvoeringsdienst van uitkeringen voor onder andere arbeidsongeschikten, heeft nu al een flinke achterstand. Die loopt alleen maar op de komende jaren, onder meer omdat steeds meer mensen arbeidsongeschikt worden. Dit komt onder andere doordat mensen langer doorwerken, post-covid hebben en mentale klachten vaker voorkomen. Ook heeft het UWV een tekort aan verzekeringsartsen die alle mensen met een uitkering moeten beoordelen.
Net als de Rekenkamer concluderen de ambtenaren dat het systeem van uitkeringen voor mensen die niet (meer) kunnen werken, een stuk eenvoudiger moet. Zo suggereren de beleidsonderzoekers dat de aparte uitkering voor mensen die voor meer dan 80 procent arbeidsongeschikt zijn, geschrapt moet worden. Deze uitkering is hoger dan die voor mensen die nog wel deels kunnen werken. Dat stimuleert werknemers en werkgevers om opnieuw een beoordeling aan te vragen, wat weer extra artsen vraagt.
Advies
Een ander advies is dan ook om deze schaarse verzekeringsartsen gerichter in te zetten. Een deel van hun werkzaamheden moet worden overgenomen door andere medische professionals. Bovendien moet het aantal herbeoordelingen omlaag. Dat kan bijvoorbeeld door een eigen bijdrage hiervoor te vragen, suggereren de ambtenaren.
Het is een advies aan een nieuw kabinet om de problemen met de WIA op te lossen. De ambtenaren hebben ook een aantal suggesties van wat een nieuw kabinet niet moet doen, zoals het verkorten van de loondoorbetaling bij ziekte. Nu krijgen mensen twee jaar betaald als ze ziek zijn. Voor werkgevers kan dit een grote kostenpost zijn. Als mensen bijvoorbeeld al na een jaar worden doorverwezen naar het UWV, zorgt dit voor meer problemen bij die uitvoering. Bovendien gaan mensen in het tweede jaar vaak weer terug aan het werk.







