DEN BOSCH (ANP) - De rechtbank in Den Bosch heeft op de eerste zittingsdag in de Stint-zaak vooral over technische details gesproken met de Stint-ondernemers Edwin Renzen en Peter Noorlander. Daarmee gaan de rechters woensdag door.
De strafzaak duurt zes dagen. Op de eerste zittingsdag besprak de rechtbank met de verdachten de richtlijnen en de normen waaraan de in 2011 ontwikkelde Stint moest voldoen. Daarnaast ging het over de remvoorzieningen en de remweg van het voertuig. De eerste versie van de Stint had geen aparte rem. Het voertuig remde af op de elektromotor door het gas los te laten.
In de loop van de middag besprak de rechtbank de werking van de gashendel van de elektrische bolderkar. Het Openbaar Ministerie stelt dat een of meer Stints waren voorzien van een gebrekkige gashendel waarin de terugkeerveer kon breken, waardoor de motor vol gas bleef draaien. Als gevolg daarvan zou een Stint in 2018 in Rotterdam het water zijn ingereden.
Vier kinderen omgekomen
Met de elektrische bolderkar gebeurde op 20 september 2018 een dodelijk ongeluk in het Brabantse Oss. De Stint kwam op een spoorwegovergang terecht en werd aangereden door een trein. Vier kinderen kwamen om het leven, een vijfde kind en hun begeleidster raakten ernstig gewond. Het Openbaar Ministerie vervolgt Renzen en Noorlander en hun bedrijven voor het op de markt brengen van een schadelijk voertuig en voor valsheid in geschrifte.
De nabestaanden en de slachtoffers komen donderdag aan het woord. Het OM komt maandag 15 december met de strafeisen





![Ballet [Explored #91]](https://live.staticflickr.com/65535/54920525157_2df66e9419_b.jpg)








