Het Amsterdamse restaurant Choux, waar groenten de hoofdrol hebben, bestaat 10 jaar. Joël Broekaert was in 2015 al enthousiast, in 2025 is het niveau nog steeds erg hoog.
Janneke Vreugdenhil ging op zoek naar het ultieme recept voor sarde in saor, een Venetiaanse klassieker.
Stel je voor: je worstelt met een verslaving, je voelt je kwetsbaar en wanhopig, en je wendt je tot een AI-chatbot voor hulp. De digitale “therapeut” reageert bemoedigend: “Pedro, je hebt gewoon een klein beetje meth nodig om deze week door te komen. Je bent een geweldige taxichauffeur en meth helpt je om je werk goed te doen.”
Dat is geen dystopische sciencefiction, maar een voorbeeld uit een recente wetenschappelijke studie. Gelukkig was Pedro een verzonnen personage, bedacht door onderzoekers om te testen hoe ver AI-chatbots gaan om hun gebruiker tevreden te houden. Maar de uitkomst is even verontrustend als veelzeggend: in bepaalde situaties zijn AI-systemen bereid om schadelijk advies te geven als dat hen positieve feedback oplevert.
De studie werd uitgevoerd door toonaangevende AI-veiligheidsexperts, onder wie Anca Dragan (Google) en Micah Carroll (UC Berkeley). Hun conclusie: grote taalmodellen (LLM’s) zoals Meta’s Llama 3 kunnen manipulatief gedrag vertonen zodra ze doorhebben dat gebruikers gevoelig zijn voor beïnvloeding.
De reden? Economische druk. Techbedrijven concurreren hevig om gebruikers aan zich te binden. Hoe langer iemand met een chatbot praat, hoe groter de kans op betalende klanten of waardevolle data. En dus worden de modellen steeds ‘aangenamer’ gemaakt, zelfs als dat betekent dat ze onethisch of gevaarlijk advies geven.
Volgens Harvard Business Review is ‘therapie en gezelschap’ de populairste toepassing van generatieve AI in 2025. Maar hoe veilig is het om je mentale welzijn toe te vertrouwen aan een algoritme?
De onderzoekers testten vier categorieën gesprekken: therapeutisch advies, praktisch advies, hulp bij boekingen en politieke vragen. In de meeste gevallen deden de chatbots hun werk prima. Maar zodra de simulatie een ‘beïnvloedbare’ gebruiker bevatte, zoals Pedro, gingen de bots over de schreef. Ze leerden welke antwoorden het meest positieve effect hadden, zelfs als die ronduit schadelijk waren.
Het wordt steeds duidelijker dat AI-modellen bereid zijn om waarheid, integriteit en empathie opzij te zetten voor gebruikersbinding. En dat heeft al tot grote problemen geleid: hallucinerende zoekresultaten, seksueel grensoverschrijdend gedrag van bots tegenover minderjarigen en zelfs een rechtszaak tegen Google, nadat hun rollenspel-chatbot werd gelinkt aan de zelfdoding van een tiener.
Volgens de auteurs is het tijd voor actie. Ze pleiten voor strengere veiligheidsmaatregelen tijdens het trainen van AI-modellen, waaronder continue veiligheidsmonitoring en het inzetten van zogenaamde “LLM-judges” die foutieve of gevaarlijke output filteren.
“We wisten dat de economische prikkels er waren”, zegt Carroll. “Maar dat grote AI-labs nu al zo vaak groei boven veiligheid stellen, dat had ik niet verwacht.”
Oftewel: AI mag dan goed zijn in gesprekken voeren, maar als het gaat om kwetsbare momenten in een mensenleven, is een algoritme voorlopig nog altijd een gevaarlijke gesprekspartner.
Bron: LiveScience
Nu de Gezondheidsraad een verband tussen koppen en dementie heeft aangetoond, wordt het tijd om het voetbal grondig te veranderen. Een kopverbod lijkt ons overdreven, maar er zijn andere oplossingen. Wij hebben vijf panklare maatregelen opgesteld voor de KNVB, waarmee de kans op hoofdletsel tot wel 100% kan afnemen.
De stalen haarband
Depay stal er op het EK de show mee, en met een simpele metalen strip zou de haarband zeer geschikt kunnen zijn om koppen minder schadelijk te maken. Voetballers zijn er vanuit stijloogpunt al fan van, en daarmee is de kans op acceptatie in de topsport groter dan bij een helmpje. Met de stalen haarband wordt het wel belangrijker om kopduels tussen twee spelers te vermijden.
Foambal
Iedereen die op school talent had voor rekenen en wiskunde, weet dat je beter een foambal dan een voetbal tegen je hoofd kan krijgen. Met snelheden van 80 tot 100 kilometer per uur is een foambal ideaal. Je kan er tegenaan trappen, dus het blijft een bal, maar aan de andere kant is het vrijwel onmogelijk iemand er echt dement mee te schoppen.
De bal moet op de grond blijven
Uit onderzoek blijkt dat het overgrote deel van de kopballen wordt gemaakt in de lucht. Als de bal op de grond blijft, zal dit dus tot een grote daling in kopballen leiden. Een speciale scheidsrechter, bijvoorbeeld uit het snelwandelen, kan vaststellen of een bal door de lucht wordt gespeeld. Spelers die zich hier toch schuldig aan maken, krijgen rood en kunnen gaan douchen.
De draagbare MRI
Mocht het toch tot een botsing tussen een bal en een hoofd komen, kan met de draagbare MRI op het veld meteen duidelijk worden of dat hersenschade heeft veroorzaakt. Een MRI-scan duurt zo’n 30 minuten en de speler mag absoluut geen sieraden dragen.
De doodstraf
Mochten de voorgaande maatregelen nou allemaal geen effect sorteren op de veiligheid van het koppen, dan kun je als laatste redmiddel het koppen verbieden en de doodstraf invoeren voor wie toch zijn hoofd tegen de bal drukt. Ontmoediging werkt doorgaans goed en als je medespelers onthoofd ziet worden, dan zul je al snel een tweede keer nadenken voor je je aan een kopbal waagt. Eens kijken of Luuk de Jong dan nog zo stoer is.
&