Suzan en Freek roepen bij ieder optreden op 'in het nu te leven'. Nadat bij Freek uitgezaaide longkanker is geconstateerd, is het een hoopvolle, krachtige uitspraak. Wie geconfronteerd wordt met ziekte of verlies, grijpt vaak naar dat ene zinnetje. Het klinkt mooi en troostend zelfs.
Maar wat betekent het nu eigenlijk? Voor de een is ‘leven in het nu’: baan opzeggen, rugzak inpakken en de wereld rond. Voor de ander is het juist: vaker nee zeggen, rustiger leven, meer aandacht voor wat er al is. Maar de realiteit is weerbarstig. De hypotheek loopt door, kinderen moeten naar school en er wachten deadlines.
Toch raakt de uitspraak aan iets wezenlijks. Grote gebeurtenissen, zoals een ernstige diagnose, kunnen ons wakker schudden. Plots besef je: niets is vanzelfsprekend. En dus wordt de vraag urgent: wat wil ik met de tijd die ik nog heb?
Klinkt simpel, is lastig
Psychologen noemen het ‘existentiële confrontatie’: wanneer het leven ineens niet meer oneindig voelt, krijgen keuzes meer gewicht. En tegelijk wordt het lastiger. Want hoe kies je, als alles wankelt?
Leven in het nu lijkt dan een manier om grip te houden. Maar het kan ook benauwen. Moet je dan élk moment optimaal benutten? Mag je nog wel chagrijnig zijn of gewoon een middag op de bank hangen? Wie zichzelf dwingt om steeds ‘voluit te leven’, kan juist extra druk voelen.
Weg met de bucketlist?
Sommigen grijpen naar een lijst: dit wil ik nog, nú moet het gebeuren. Anderen gooien juist overboord wat niet meer past: sociale verplichtingen, stressvolle banen, ongezonde relaties. En dan is ‘leven in het nu’ misschien helemaal niet groot en spectaculair, maar juist klein: een kop koffie in de zon, een goed gesprek, een knuffel op het juiste moment.
Misschien draait het niet om het nú als tijdstip, maar als houding. Leven met aandacht, met bewuste keuzes. Niet altijd rennen naar straks, maar ook stilstaan bij vandaag. Het is geen garantie voor geluk, maar het kan het leven wel draaglijker maken, zeker als de toekomst onzeker is.
'Leef in het nu' is geen pasklare oplossing. Het is geen toverformule, maar misschien wél een richtingaanwijzer. Hoe je die invult, is persoonlijk. Met of zonder verre reizen. Met of zonder grootse gebaren. Maar hopelijk met momenten die echt voelen. Want juist die maken het leven de moeite waard.